+7
In Limp (2024), onderzoekt choreograaf Ugo Dehaes samen met David Framba, een professionele danser die door een ongeluk zijn rechter onderbeen verloor, de wisselwerkingen tussen mens en technologie. Een hoogtechnologische theatermachine reikt David eenvoudige hulpstukken aan die hem tot beweging brengen: krukken, een stoeltje, een prothese en een speciaal ontwikkelde balletprothese. Tegelijkertijd worden zijn bewegingen gefilmd en geanalyseerd door artificiële intelligentie. Op het eerste zicht lijkt het alsof de machine de danser wil helpen om weer te dansen zoals vroeger, maar de robot dringt de hulpstukken steeds meer op. En de hulpstukken zijn geen ideale oplossingen, maar brengen eerder nieuwe problemen aan. Welke (on)vrijheid van bewegen laten de hulpstukken toe? Zorgen ze ervoor dat David vrijer kan dansen, of dienen de hulpstukken eerder om de danser leesbaarder te maken voor de artificiële intelligentie?

Doorheen Limp zien we de complexe wisselwerkingen tussen beperking en mogelijkheid, afhankelijkheid en onafhankelijkheid, vrijheid en controle. Limp is een krachtige, ontroerende, wrange, kritische maar ook hoopvolle voorstelling over wat het betekent om als mens in een hypertechnologische wereld te staan. 

Limp  is het derde deel van Ugo Dehaes’ Forced Labor-cyclus, waarin hij onderzoekt hoe hij dans kan maken met robots. In de interactieve installatie Arena (2020) laat hij het publiek robots manipuleren en beoordelen, waardoor deze zelfstandig leren dansen. In de voorstelling Simple Machines (2021) kweekt en traint hij organische robots tot ze de rollen van danser en choreograaf kunnen overnemen. En in Limp (2024) onderzoekt hij hoe mens en technologie kunnen samenwerken om dans te creëren.